Veel definities van intervisie leggen nog altijd het accent op:
- onderlinge advisering
- oplossen van werkproblemen
- werkoverleg
- casuïstiek bespreking
- intercollegiale toetsing
Wat is intervisie dan wel?
– elkaar bevragen over een ingebrachte casus en daarop samen reflecteren
– delen van elkaars ervaringen, inzichten en ideeën
– bespreken van elkaars wijze van redeneren en handelen [meta-communicatie in
onderlinge interactie]
– bespreken van de persoonlijke relatie van de inbrenger tot de ingebrachte case,
door te vragen naar de beleving.
– hier en nu gedeelde ervaringen benutten door waarnemingen van deelnemers te
benoemen en deze te relateren aan de vraagstelling van de inbrenger.
– voortdurend verkennen en toepassen van nieuwe vaardigheden en werkvormen.
Dit alles heeft tot doel: inzicht te krijgen in je eigen wijze van werken en je daarin te ontwikkelen.
Intervisie is een proces van geven en ontvangen. Als intervisant geef je onverdeelde aandacht: je stelt vragen, gericht op het zoekproces van de ander. Je geeft feed-back, je bent positief om in een bepaalde tijdsduur ieder zoveel mogelijk gelegenheid te geven om te leren. En je geeft een eigen casus waarvan ook anderen weer kunnen leren. Je ontvangt ook: je krijgt aandacht van anderen, je krijgt feedback en onverwachte tips, je krijgt steun in je ontwikkeling.
Voorwaarde voor intervisie:
- motivatie en vrijwilligheid [ leren begint bij de wil om te leren ]
- veiligheid en geheimhouding
- openheid, bereidheid te kijken naar iets wat je nog niet weet, kunt of durft
- vertrouwen in elkaar; voldoende steun en uitdaging
- feedback kunnen geven en kunnen ontvangen
- gespreksvaardigheden; luisteren, samenvatten en doorvragen
- eigenaarschap: elke deelnemer is verantwoordelijk voor inbreng, proces en opbrengst.
Werkvormen en structuur:
Binnen intervisie kun je verschillende werkvormen gebruiken. Allen zijn echter middel om te komen tot bovenstaande interactie met elkaar als intervisiegroep.